De definitie van jagen is het bemachtigen met het doel om (schadelijk) wild te doden en op te sporen met in ieder geval de poging daartoe en bestaat uit een tweetal primaire redenen:

  1. Benuttingsjacht, oftewel het benutten en oogsten uit de natuur.
  2. Schadebestrijding/wildbeheer, het in stand houden van de populatie of het verminderen van de populatie wanneer dit uitmondt in een conflict tussen de menselijke cultuur en dier.

In de Nederlandse wet zijn bovenstaande definities eveneens uitgesplitst, ook al zijn de noodzakelijke middelen of het handelen identiek.

Benuttingjacht

De klassieke jacht is benuttingsjacht (oogst), deze jacht is gebonden aan een seizoen per diersoort. Benuttingsjacht bestaat uit de soorten: het haas, konijn, wilde eend, fazant en houtduif. Eveneens kunnen de bejaagbare soorten voor schadebestrijding of wildbeheer bejaagd worden.

Schadebestrijding/wildbeheer

Schadebestrijding/wildbeheer is het jagen in het kader van conflicten tussen mens en dier. Deze conflicten ontstaan door de menselijke aanwezigheid en de verkleining van de dierlijke leefomgevingen, hierdoor ontstaat er een onbalans in natuur, cultuurnatuur, landelijk gebied en kan het voor gevaarlijke situaties zorgen.
Situaties schadebestrijding/wildbeheer:

  1. Beperken van schade aan dijken, wegen enz.
  2. Populatiebeheer
  3. Beperking van schade aan landbouw
  4. Verminderen en voorkomen van wildaanrijdingen
  5. Uit het lijden verlossen van gewonde dieren (bijvoorbeeld verkeersslachtoffers)
  6. Inperken en bestrijden van gevaarlijke zoönose (ziekten die van dier op mens overgebracht kunnen worden)
De jacht in Waterland

De jacht is afhankelijk per diersoort, geslacht en de reden van de jacht. Daarnaast spelen aantallen voor iedere jager een cruciale rol in het wildbeheer om een gezonde wildstand te behouden (of te generen) in haar jachtveld, dit geldt me name voor de benuttingsjacht. Schadebestrijding is toegespitst op een diersoort en dient volgens een vergunning, ook wel machtiging genoemd, vanuit het rijk uitgevoerd te worden.

De vijf bejaagbare soorten zijn gebonden aan een periode, zoals hieronder weergegeven:

  1. konijn: 15 augustus t/m 31 januari
  2. wilde eend: 15 augustus t/m 31 januari
  3. houtduif: 15 oktober t/m 31 januari
  4. fazant – haan: 15 oktober t/m 31 januari
    fazant – hen: 15 oktober t/m 31 december
  5. haas: 15 oktober t/m 31 december

Schadebestrijding en wildbeheer dient uitgevoerd te worden verstrekte machtigingen:

  1. Machtiging Schipholzone ganzen: 1 april tot 1 november
  2. Machtiging zomerganzenbeheer: 1 april tot 1 november
  3. Opdracht Nijlgans: jaarrond

Naast de bejaagbare soorten en schadebestrijding is een jager gemachtigd om de zogenoemde ‘vrijgestelde soorten’ te bejagen. Deze diersoorten betreft veelal roofwild, zoals kraai, kauw & vos. Het bejagen van bovenstaande soorten is in Waterland van essentieel belang voor het in stand houden van grondbroeders zoals grutto en kievit. Het afschot van vos ten gunste van de weidevogel wordt uitgevoerd op gronden van agrariërs, particulieren, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.

Verwerking geschoten wild

Het geschoten wild wordt waar kan en mogelijk de consumptie ingebracht, dit kan particulier, horeca of poelier zijn. Een jager is erkend voor het bemachtiging en het verwerken van het geschoten wild. In haar opleiding hebben zij een uitgebreid examenonderdeel moeten behalen op het herkennen van dierziekten, daarnaast is er de mogelijkheid om nog een extra certificaat te behalen als keurmeester. Geschoten wild kun je bij de plaatselijke jager afnemen, bijvoorbeeld bij Hans Simons te Durgerdam.