De gemeente Amsterdam heeft een document opgesteld met daarin de ambitie en zoekgebieden van Amsterdam op het gebied van grootschalige opwekking van wind- en zonne-energie voor 2030. In het document is een gebied ten noorden van de A10 opgenomen als potentieel gebied voor windmolens.  Landelijk Amsterdam-Noord is ingetekend als extra zoekgebied (Nee, tenzij) voor zowel windmolens als zonne-energie.

N.B.
de dik gedrukte woorden in de tekst zijn linkjes
en overal waar ‘windmolen’ staat kunt u ook ‘windturbine’ lezen.

De gemeente Amsterdam heeft begin 2020 de concept Regionale Energie Strategie opgesteld met daarin een ‘bod’ van 50MW aan windenergie, of 17 windmolens van ca. 146 meter, voor het jaar 2030. Exacte locaties zijn niet bekend, alleen zeven zoekgebieden en kaartjes met waar ze daarbinnen technisch zouden kunnen, dus met een wettelijke afstand tot woningen, snelwegen, hoogspanningskabels etc.

Een lange smalle strook net aan de buitenkant van de A10 Noord is zo’n zoekgebied, net als een stukje van het IJmeer voor de uitbreiding van IJburg, ongeveer een kilometer oost van Vuurtoreneiland. Landelijk Amsterdam-Noord is ingetekend als extra zoekgebied voor zowel windmolens als zonne-energie. Die komt pas in beeld als het in de zeven zoekgebieden niet lukt. De kaart met zoekgebieden vindt u hier.

Eind december 2020 publiceerde het KNMI een alarmerende boodschap: De wereld warmt sneller op dan ooit. Daarnaast worden veel gebieden snel droger, waarbij het risico op hongersnood en grootschalige migratie naar rijkere gebieden toeneemt. Ook zal het voorkomen van extreem weer (hittegolven, extreme regenval, stormen) wereldwijd toenemen. De voorspellingen voor zeespiegelstijging nemen toe bij elke nieuwgemeten temperatuur- en CO2-concentratiestijging. In 2015 hebben 195 landen, waaronder Nederland, in het klimaatakkoord van Parijs afgesproken de opwarming van de aarde te beperken tot 1.5 graad. Om dit te halen zullen snelle en ingrijpende maatregelen nodig zijn. De uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen moet daarom zo snel mogelijk omlaag.

Om de hele Europese Unie in 2050 klimaatneutraal te maken, is er door 27 landen een Europese “Green Deal” afgesloten, met een reeks aan maatregelen. Deze bestrijken alle sectoren van de economie, met name vervoer, energie, landbouw en infrastructuur. Het Europese Parlement stemt binnenkort over een CO2-afname van 55% (waar dit eerder 40% was). Het Nederlandse doel van 49% reductie in 2030 wordt als gevolg hiervan mogelijk ook verhoogd. Om een idee te geven; de afname in CO2-uitstoot in 2020, na alle gevolgen van de pandemie, bedroeg slechts 6% ten opzichte van 2019.

Op 28 juni 2020 heeft de Nederlandse Regering ons Klimaatakkoord gepresenteerd. In dat akkoord staan meer dan 600 afspraken om de uitstoot van broeikasgassen snel te verminderen. In 2030 moet 70 procent van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komen. Dat gebeurt met windmolens op zee en op het land en met zonnepanelen op daken en op de grond. Tegelijk groeit de vraag naar elektriciteit sterk, door elektrische auto’s en warmtepompen. Er zijn snelle maatregelen nodig om de aan de vraag te voldoen én om de elektriciteitslevering betrouwbaar te houden. Hierbij het is niet een kwestie van óf-óf, maar van én-én.

Vooral windmolens kunnen hierbij snel worden ingezet, omdat deze technologie inmiddels hoogontwikkeld is en de stroomprijs hiervan al onder de prijs van fossiele brandstoffen is komen te liggen. Onze buurlanden hebben daarin een grote voorsprong genomen. Zo produceerde Denemarken in 2020 50% van al zijn elektriciteit uit wind, in Nederland was dat maar 10%

Nederland gaat, net als Denemarken, fors inzetten op windmolens op zee, maar de Nederlandse regering geeft aan dat dit onvoldoende capaciteit zal opleveren. Daarom is er ook een doelstelling voor wind op land.

Er is veel discussie over of een deel van de wind-op-land niet naar zee kan. Daar mogen hogere molens en er is daar nog planologisch goedgekeurde reserveruimte. De totale oppervlakte aan geplande windvakken op het Nederlandse deel van de Noordzee ligt op een paar procent van de totale oppervlakte. Nederland heeft een relatief groot deel zee ten opzichte van de landoppervlakte.

Het is dus niet helemaal waar dat op zee al ‘het maximale’ wordt gedaan. Wel wordt er al heel veel gepland op zee. Politiek wordt nog niet het maximale ingezet, omdat ook de visserijsector wordt gesteund. Die is tegen maximale inzet want waar windmolens staan, kan niet meer met sleepnetten gevist worden.

Alle gemeenten in Nederland zijn ingedeeld in energieregio’s. Amsterdam zit in de regio Noord-Holland-Zuid en ons is gevraagd hoeveel duurzame energie wij kunnen opwekken. Amsterdam heeft daarbij de eerdergenoemde 17 windmolens aangeboden. Niet vanuit een inschatting van waar het kan, maar vanuit een aandeel van het eigen gebruik. Samen met de zonnepanelen die Amsterdam op het merendeel van de grote daken wil leggen, wil de gemeente dat in totaal 80% van het eigen stroomverbruik binnen de eigen gemeente wordt opgewekt. Een mix van zon en wind helpt om de pieken op het stroomnet te spreiden. Het Amsterdamse energieverbruik afwentelen op andere gemeenten vindt de gemeente asociaal, want iedereen moet zijn steentje bijdragen.

De afspraak uit het klimaatakkoord is, dat de energieregio’s 35 TWh opwekken met wind-op-land en met zon-op-grote-daken. Het Rijk wekt dan zelf nog eens 49 TWh op, vooral door wind op zee. In totaal moet dat leiden tot de ‘49% CO2- besparing in 2030’ die nu (nog) in het Klimaatakkoord staat.

Om bij te dragen aan de klimaatopgave heeft de gemeente Amsterdam een jaar geleden de concept Regionale Energie Strategie opgesteld met daarin een ‘bod’ van 50 MW aan windenergie. Dit betekent concreet dat er 17 windmolens van ongeveer 150 meter, voor het jaar 2030 zullen moeten worden geplaatst.

In Amsterdam wordt ook al fors ingezet op zon op grote daken. Er is veel discussie of dit nog meer kan worden, en of dit in de plaats kan komen van de nu geplande windmolens. Zonnepanelen op stukken weiland is ook een optie, maar in Amsterdam wordt daar nog niet op wordt ingezet. Wel kan dit in beeld komen, als windmolens toch niet mogelijk blijken te zijn. Voor elke beoogde windmolen (van 3MW) zou 3 hectare zonnevelden nodig zijn, voor dezelfde hoeveelheid stroom.

Exacte locaties zijn nog niet bekend, alleen zeven zogenaamde ‘zoekgebieden’ zijn vastgesteld, met technische en juridische grenzen en voorkeuren daarbinnen. Eén daarvan is in het havengebied, relatief ver van natuur en omwonenden. Hier kan ongeveer de helft van de 17 windmolens een plek vinden. De rest moet dus verspreid worden over de andere zoekgebieden. In een lange smalle strook, net aan de buitenkant van de A10 Noord, liggen vijf mogelijke locaties. De A10 Noord wordt door de gemeente gezien als relatief aantrekkelijk. Ook in andere delen van het land worden windmolens het liefst langs een snelweg gezet. Daar is de relatieve verstoring meestal het minst.

Ook in het IJmeer is een zoekgebied, ongeveer een kilometer oost van Vuurtoreneiland. Andere gebieden in Landelijk Noord zijn ingetekend als zogenaamd ‘extra zoekgebied’ voor zowel windmolens als zonneparken. Deze extra gebieden komen pas in beeld als het in de andere zoekgebieden niet lukt. De laatste kaart met zoekgebieden vindt u hier

Het is niet duidelijk of, en wanneer, de gemeente zal beslissen, of het in de huidige zoekgebieden gaat lukken, of dat men het extra zoekgebied – in Landelijk Noord – moet gebruiken. De Centrale Dorpenraad heeft over deze onduidelijkheid begin 2020 haar zorgen geuit bij de gemeenteraad.

De windmolens zullen waarschijnlijk een tiphoogte (= hoogste punt van de  wieken) krijgen tussen de 140 en 146 meter. Hoger dan dat mag op veel plaatsen in de zoekgebieden niet, vanwege de aanvliegroutes naar Schiphol. Bovendien zijn op hogere windmolens knipperende rode lichten verplicht, die  ’s nachts als (extra) hinderlijk kunnen worden ervaren. Lager is ook onwaarschijnlijk, want dan moet er teveel geld bij, om rendabel te zijn. Want als de wieken twee keer korter worden, wordt de stroomopbrengst vier keer kleiner!

Over de geluidsoverlast en de effecten hiervan op gezondheid is veel discussie. De gemeente rekent met de landelijke geluidsnorm; het aantal decibellen dat gemiddeld genomen op een gevel van een huis komt.  In de praktijk ligt de ondergrens dan op een afstand van 350-500 meter voor windmolens van ongeveer 150 m.

Het RIVM presenteerde vorig jaar een literatuuronderzoek en stelt dat er geen bewijs is voor gezondheidsschade door (onhoorbaar laag) geluid van windmolens. Wel kan wonen in de buurt van een windmolen of het horen van windmolengeluid leiden tot chronische hinder.

Sommige wetenschappers vinden dat die gezondheidsschade er wel is, omdat de hinder ook gezondheidsklachten oplevert. Jan de Laat is zo’n wetenschapper, die hierover vaak in de media is geweest. Hij raadt een minimumafstand aan van ongeveer 1000 meter, voor een windmolen van ongeveer 150 meter hoog. Daarmee zou het zoekgebied A10 Noord komen te vervallen.

Op 10 februari 2021 heeft de gemeenteraad besloten om ‘Een heldere analyse te maken, in welke mate omwonenden bij plaatsing van windmolens extra risico lopen op gezondheidsschade’.

De redenering, dat voor de omwonenden van de A10 het windmolengeluid ‘wegvalt’ tegen dat van de snelweg, is omstreden. De dichte bebouwing langs de A10 (veel flats van vier hoog), maakt dat er veel mensen in de buurt van de geplande windmolens zouden komen te wonen. Mogelijk is nog nergens zo’n hoge concentratie aan woningen nabij windmolens te vinden.

Het bezwaar dat een windmolen een landschap ‘verpest’ is veelgehoord. Een windmolen van 150 meter hoog is zichtbaar in een straal van zeker 20 kilometer. Ter voorbeeld: De twee windmolens op de Markerdijk zijn 105 meter hoog. Argumenten rond zichtbaarheid of landschapsvervuiling sluiten al heel snel de optie van wind-op-land uit.

Een rechter zal niet snel beslissen dat iemands uitzicht een reden is om de bouw van een windmolen tegen te houden. Beperkingen vanwege beschermde stads- of dorpsgezichten gelden alleen in die contour zelf, en niet voor wat daarbuiten staat. Wel heeft de provincie Zuid-Holland eens geoordeeld dat geplande windmolens ‘de compleetheid en gaafheid zouden verstoren van het panorama vanuit de belangrijkste zichtpunten van werelderfgoed Kinderdijk’

Natuur weegt wel mee maar is geen uitsluitingsgrond voor de gemeente. In de ‘Quickscan windzoekgebieden in relatie tot landschappelijke waarden, cultureel erfgoed en natuurwaarden’ is ook niet op te maken dat bepaalde natuurbeschermingscategorieën windmolens uitsluiten. Wettelijk
hebben overheden de taak om bepaalde ‘icoonsoorten’ zeldzame dieren of planten te beschermen, maar dat kan ook betekenen compensatie van leefgebied in een ander gebied. Voor weidevogels is dit compenseren lastiger, omdat weidevogels massaal wegtrekken uit de buurt van windmolens, aldus Natuurmonumenten in een ‘expertmeeting windmolens’ op 2 februari 2021.

De provincie heeft de opdracht om weidevogels te beschermen. Helaas staat in de nieuwe omgevingsverordening geen duidelijke kaart met weidevogelkerngebieden, zoals dat voorheen nog wel bestond. Op deze kaart kun je wel zien waar de meeste weidevogels voorkomen.

Natuurverenigingen laten weten dat rond de A10 minder weidevogels voorkomen dan in de rest van Waterland. Dit komt onder andere door katten, honden en vossen. Hun idee over waar windmolens acceptabel zijn staat in een reactie, die ze op het concept RES hebben gestuurd. Hier zit ook een kaart bij. Op kaarten van Vogelbescherming, SOVON vogelatlas en waarneming.nl, is overigens wel te zien dat de grutto ook vlakbij de A10 voorkomt. De grutto is Europees beschermd en de aantallen gaan sterk naar beneden.

Veel inwoners rondom de zoekgebieden maken zich zorgen. Deze zorgen gaan vooral over de hinder en mogelijke gezondheidsklachten door windmolens, over de natuur en over het proces (betrokkenheid van bewoners). ‘Participatie’ komt overal terug in het planningsproces, maar het is voor omwonenden onduidelijk wat dat nu precies betekent; heb je dan invloed of niet, en waarop, hoe en wanneer? Die zorgen en ontevredenheid hebben ook raadsleden en stadsdeelraden bereikt. Zo heeft stadsdeelraad Oost – na onvrede uit met name IJburg – een ongevraagd advies naar het college gestuurd om de zoekgebieden daar te schrappen. Stadsdeelraad Noord heeft een ongevraagd advies naar het college gestuurd met onder andere de vraag om gezondheidseffecten beter te onderzoeken (vóórdat locaties worden gekozen) en de communicatie en participatie flink te verbeteren. Of de vragen die nu ontstaan rondom gezondheid ertoe leiden, dat er naar ‘extra zoekgebied landelijk noord’ moet worden gekeken is nog onduidelijk.

Veel van bovenstaand verzet wordt georganiseerd door de organisatie Windalarm Amsterdam.

De wethouder heeft in februari 2021 aangegeven dat méér geluid uit één buurt niet betekent dat de kans dan groter wordt dat windmolens daarom in een ándere buurt worden geplaatst.

In Zunderdorp, Durgerdam en Schellingwoude zijn er DorpsApp-groepen ontstaan rond het onderwerp Windmolens. In deze Appgroepen wordt veel informatie uitgewisseld en gediscussieerd.
Als u wilt worden toegevoegd aan een van deze groepen neem dan lokaal contact op via een van de reguliere Appgroepen van het betreffende dorp.

Op 26 en 27 mei 2021 is de Regionale Energie Strategie 1.0 behandeld in de gemeenteraad. Een meerderheid van de gemeenteraadsleden (28/45) steunde het plan van wethouder Marieke van Doorninck om verder onderzoek te doen naar windmolens in een aantal zoekgebieden (RES 1.0). Het is daarmee nog steeds de bedoeling om in totaal 17 windmolens te plaatsen. Er is wel ingestemd met een reflectiefase, waarin gesproken wordt over criteria ten aanzien van gezondheid, natuur en ruimtelijke voorkeuren en waarbij opnieuw met bewoners gesproken gaat worden.

Initiatiefnemers kunnen zich bij de gemeente melden. Daarna worden er afspraken vastgelegd en zullen de definitieve locaties binnen de zoekgebieden worden aangewezen. De strook langs de A10 tussen de N247 en de Zeeburgertunnel is n.a.v. de besluiten nog steeds een belangrijk zoekgebied en vallend binnen de grenzen van Amsterdam.

In het nieuwe ‘Expertisepunt Windenergie en Gezondheid’ werken RIVM en GGD samen aan onderzoek naar gezondheidsproblemen door windmolens. Onlangs heeft het RIVM een onderzoek (Klimaatakkoord: effecten van nieuwe energiebronnen op gezondheid en veiligheid in Nederland | RIVM) naar de gezondheidseffecten van de energietransitie aangeboden aan de Tweede Kamer. Er zijn significante negatieve effecten aan windenergie, die soms kunnen uitmonden in gezondheidsklachten. Van de hele energietransitie valt de balans voor de gezondheid positief uit, als je ook de betere luchtkwaliteit meetelt door lagere uitstoot.

Sinds mei 2021 zitten we in de reflectiefase. In deze fase zijn er o.a. workshops gehouden en konden er (online) vragenlijsten ingevuld worden door bewoners. De uitkomsten hiervan staan nu op: De Reflectiefase.

Hier zijn de volgende documenten (in pdf) te vinden:

In september-november 2021 zijn er interviews gehouden in het kader van het participatieproces van de RES Amsterdam.
Hier is een rapport van verschenen: Evaluatie participatieproces RES Amsterdam

Op 10 februari 2022 wordt het rapport besproken in de Raadscommissie financiën, economie en duurzaamheid.

De Centrale Dorpenraad probeert nieuwsberichten over de windmolens te verzamelen.
Heeft u en tip of link, stuur deze naar info@centraledorpenraad.nl  (graag hierbij de bron en datum van het nieuwsbericht vermelden)

Nieuwsberichten:

Noord-Amsterdams Nieuwsblad: maart 2021 Noord protesteert tegen windmolens

Nieuwsbericht AD: 23-04-2020 44 nieuwe windmolens en miljoenen zonnepanelen rond Amsterdam

Op 5 maart 2020 heeft de voorzitter van de Centrale Dorpenraad ingesproken bij de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit, Duurzaamheid om de zorgen over Landelijk Noord te uiten. Dat is terug te zien op 1:26:30 van deze video.

Nieuwsbericht Het Parool: 12-02-2020 Windmolens niet alleen meer in de Havens, misschien zelfs in het groen

Sinds november 2021 komen er verschillende klankbordgroepen bij elkaar. In deze klankbordgroepen zitten inwoners, deskundigen en belanghebbenden die hun mening geven over hun buurt en wat zij daarbij belangrijk vinden bij het plaatsen van windmolens.

Er zijn 4 lokale klankbordgroepen, een stedelijke klankbordgroep en 2 klankbordgroepen met thema gezondheid en thema natuur, totaal 7 groepen.

Via de klankbordgroepen wordt er door de gemeente ook informatie gedeeld, zoals de volgende documenten:

Er staat ook informatie op Klankbordgroepen windmolens in Amsterdam

Zit jij in een klankbordgroep en heb je informatie dat je kunt delen met de bewoners van Landelijk Noord?
Neem dan contact op via info@centraledorpenraad.nl

De officiële websites van energieregio en gemeente zijn:
Noord Hollandse Energie Regio
Meer weten over windenergie in Amsterdam – Gemeente Amsterdam

Bij de gemeente Amsterdam kunt u zich inschrijven voor een nieuwsbrief om op de hoogte blijven, Nieuwsbrief Duurzame Energie.

Informatie van derden staat op:
amsterdam-wind.nl (samenwerkingsverband van energiecoöperaties die 100% Amsterdamse windmolens willen realiseren)
windalarm.org (landelijk samenwerkingsverband van bewoners die zich zorgen maken over windmolens in de omgeving van bewoners)

De Centrale Dorpenraad neemt niet zelf een positie in over de plannen van de gemeente, daarvoor verschillen de meningen van de inwoners teveel. Wel probeert de Centrale Dorpenraad u zo goed mogelijk te informeren en is er een werkgroep die het proces in de gaten houdt.
Voor wie mee wil denken; aanmelden kan via info@centraledorpenraad.nl

Laatste update van deze pagina dd: 22-06-2021